Knollentrekker

Stoppelknollen werden in de 60er jaren op grote schaal verbouwd als nagewas, jaarlijks zo’n 80.000 – 90.000 hectare en meest op gemengde zandbedrijven. Het zaaien en rooien was handwerk, het was dus een arbeidsintensief gewas.
In 1952 ontwierp het I.L.R. een machine voor het machinaal rooien van stoppelknollen en in 1954 bracht Borga (Ter borg & Mensinga’s machinefabriek N.V. te Appingedam) deze machine op de markt.
Het principe is eenvoudig, het loof van de plant wordt ingeklemd tussen een riem en een schuinliggende schijf, de plant wordt hierdoor omhoog getrokken en zijdelings afgevoerd. Een rek met ijzeren punten reingt de knol en de knollen worden verzameld in een voorraadbak.
Deze voorraadbak wordt weer gelost op een zodanige manier dat dwarszwadwaden ontstaan op het perceel.
De eerste knollentrekkers waren voor paardentractie, later werden deze machines uitgebracht met driepuntsophanging en aftakasaandrijving.
Ook waren er meerdere fabrikanten die deze machine op de markt brachten, mij bekend zijn: de Holarota van Hoopman in Raalte en de Ruzima van Van Lengerich.
Er waren ook aanpassingen leverbaar voor het rooien en koppen van voederbieten.
In 1958 werd octrooi afgegeven aan Borga voor een plantenrooier. Het loof van de plant werd hierbij ingeklemd tussen twee rubberen riemen die beide met gelijke snelheid zich verplaatsen. Een tweede stel riemen voerde ze zijdelings af naar reiniging en bunker.
Dit octrooi stond op naam van Jan Bonga, directeur bij Borga. ( in het blad Landbouwmechanisatie de nestor van de nederlandse landbouwwerktuigenindustrie genoemd, nu een vergeten naam?)
Dit pluk-principe met twee riemen werd bij Borga doorontwikkeld en leidde uiteindelijk tot de (spercie)bonenplukker die de planten uit de grond trok en blad en bonen eraf sloeg.
Deze machine zou later in sterk gewijzigde vorm (het rooigedeelte verviel) één van de verkoopsuccessen van Borga worden.

Bronnen: Landbouwmechanisatie nov. 64, aug. 65 en eigen archief. Aanvullingen zijn natuurlijk welkom.

Met dank aan WUR Wageningen.