
Uit: Ondernemers en de actoren in hun omgeving. Zoektocht naar rode draden in agrarische transitieprocessen.
Rapport L.E.I. 2006
De transitie naar gemechaniseerde trekkracht heeft weinig obstakels gekend. De aanloopfase duurde lang door de recessie en WO II.
Bij de transitie naar gemechaniseerde oogstwerkzaamheden zijn twee duidelijke obstakels te identificeren.
De transitie van door paarden getrokken zelfbinders naar door tractoren getrokken
maaidorsers verliep in het zuidwestelijk kleigebied aanzienlijk sneller dan in Noord-
Nederland.
De oorzaak hiervan is de aanvankelijke blokkade die de strokarton-industrie in
Noord-Nederland opwierp.
Zij accepteerde de kleinere pakken (36X36X110 cm) niet die
van het stro uit de maaidorser gemaakt werden.
De storkartonindustrie hield vast aan de pakafmetingen van 50 X 60 X 130 cm die na het zichten gemaakt werden en waaraan men gewend was en het verwerkingsproces op ingesteld had.
Een duidelijke technologische lock-in
De doorbraak voor Noord-Nederland werd door de firma Borga uit Appingedam gerealiseerd: zij ontwikkelde een hogedruk pers die stropakken van 40 X 50 x 120 maakte.
Deze maat was voor de strokarton industrie wel acceptabel.
Hiermee kon de transitie ook in Noord-Nederland plaatsvinden.
De volledige transitie naar de zelfrijdende maaidorsers heeft in Noord-Nederland begin
jaren zestig plaatsgevonden.
In één jaar (1964) zijn er bijvoorbeeld meer dan 100 zelfrijdende maaidorsers in Noord Nederland aangeschaft door akkerbouwers en loonwerkers.












